Want eerst hebben we onszelf te redden.
Dat is ook onze opdracht hier.
Maar we durven niet.
Te kiezen voor onszelf. Zijn bang om af te wijken.
We schamen ons. Willen niet afgewezen worden.
Omdat we onszelf niet goed genoeg voelen.
Klein, onzeker of niet belangrijk genoeg.
Heel diep van binnen.
En we zien die kwetsbaarheid als zwakte. Die vooral verborgen moet blijven.
En doen onszelf daardoor beter voor dan anderen.
Blijven maar naar buiten reiken voor oplossingen.
Stagneren in verwachtingen van anderen. Laten andere belangen zwaarder wegen.
Laten de angst regeren.
Puur om te doen alsof. Voor veiligheid.
En toch (een beetje) erkenning te krijgen. Om ons wel gewaardeerd te voelen.
Maar dat is uiteindelijk niet houdbaar.
Het compenseert niet voor ons eigen gevoel van minderwaardigheid.
Anderen kunnen ons daar niet van verlossen.
We hebben onze eigen verantwoordelijkheid te pakken.
Onze eigen angst aan te kijken. En te kiezen voor liefde.
Te luisteren naar wat ons hart verlangt. Waar dat innerlijke vuur voor brandt.
Ons eigen pad te gaan lopen. Ons te herinneren wie we ook al weer zijn.
En datgene te doen wat we werkelijk te brengen hebben. Wat zuiver is.
En daarmee van-zelf weer terug ontvangen wat ons voedt.
Niet andersom. Niet vanuit ego en pijn.
Eerst jij. Vanuit eigenwaarde.
Voor jezelf. En daarmee ook voor de wereld.